Art and Artability “Kunst in de Zorg voor mensen met een Beperking”

“Ik ben een artiest”. Oorspronkelijke beeldende kunst van mensen met een verstandelijke handicap
Auteur: Max Timmerman
Uitgever: Uitgeverij Intro. Nederlandstalig 143 pagina’s 9789055740109 (www.bol.com)

Recensie(s)
Dat verstandelijk gehandicapte mensen veel mogelijkheden hebben blijkt uit dit boek over hun zeer oorspronkelijk, artistieke werk. De lezers worden bewust gemaakt van oorspronkelijke vormgevingsprocessen die gebaseerd zijn op pre-logisch en beeldend denken vanuit het onbewuste, intuïtie en effectie. D.m.v. interviews en schitterende illustraties geeft de auteur (beeldend kunstenaar in een leefgemeenschap voor verstandelijk gehandicapten) een indruk van de artistieke kracht van de mens met een verstandelijke handicap. Dit zeer wezenlijke boek is breed inzetbaar zowel binnen als ook buiten de zorg voor verstandelijk gehandicapten. Bevat o.m. (kleuren)illustraties, noten en een literatuurlijst.
(Biblion recensie, G. Brandorff.)

Max Timmerman founded in 1975 at “Sterrenberg” Huis ter Heide in the Netherlands the first Art studio’s in health care for people with intellectual disabilities. He was division manager at Sterrenberg/Abrona untill 2000 and to 2005 artistic director of the Foundation “art studios and Gallery Leonardo da Vinci” in Ermelo

He organized worldwide exhibitions, initiated art projects and gave lectures, wrote books and articles on the “original Art” of people with intellectual disabilities. Based on the “Originally visual design abilities”. Did research on the design ability of people with intellectual disabilities. Working together with Prof. Max Kläger from The University of Heidelberg, Germany, Prof. H. Dethier from Brussel, Belgium and Prof. Collin Brox from England. This is about the art that today will be associated with the L’Art Brut and Outsider art. Max received in 2000, on the basis of its pioneering work, Master Art degree in Art and social studies. He was for many years associated with INSEA (International Soceity for Education through Art) and a Board member and Advisor to Very Special Arts Netherlands and Europe.

Ateliers en galerie Leonardo da Vinci Ermelo. Kunstcentrum in Ermelo e.o. voor Artistiek begaafde mensen met een beperking.

Ontstaansgeschiedenis van “Kunst in de Zorg”

Bron” https://www.canonsociaalwerk.eu/nl_han/details.php?cps=17&canon_id=305

1975 Atelier Sterrenberg Kunst van mensen met een verstandelijke beperking Het eerste atelier voor beeldende kunst van mensen met een verstandelijke beperking werd geopend op 16 december 1975 in Sterrenberg te Huis ter Heide. In deze leefgemeenschap woonden in die tijd 460 cliënten en de ateliers waren onderdeel van de dagbesteding. De instelling was enkele jaren daarvoor gemoderniseerd en de naam was in 1973 gewijzigd van Johannes Stichting in Sterrenberg. Sinds 1998 is Sterrenberg onderdeel van zorginstelling Abrona.

Organisator en pionier van deze ateliers was de 25-jarige beeldend kunstenaar Max Timmerman. Hij raakte gefascineerd door wat hij ‘de oorspronkelijke beeldende kunst van mensen met een verstandelijke handicap’ noemde. Los van deze eerste ateliers begon beeldend kunstenaar Jo Vossen in 1977 op De Hoeve, een dagverblijf voor oudere mensen met verstandelijke beperkingen in Laren, met een zelfde soort atelier. Beide kunstenaars wilden met het beeldend kunstzinnig bezig zijn verstandelijk gehandicapte mensen een ‘Taal’ aanreiken, anders dan de verbale taal, om hun levenservaringen en – geschiedenissen te vertellen in beelden die zij zelf betekenis gaven.

Al snel volgde een expositie van twintig werken in de Foyer van het Singer Museum in Laren (1977) en werd de dichtbundel Ik spring van de vel gepresenteerd in het populaire televisieprogramma van Mies Bouwman (1981). Deze nieuwe vormen van kunst kregen aandacht in diverse tijdschriften. Het in de sector veelgelezen blad Klik publiceerde in 1985 een kleurenspecial ‘Kunst en Toneel’. Ook buiten de zorgsector was er belangstelling, waarbij Jan de Grauw van de Vereniging Creativiteits Ontwikkeling een stimulerende rol speelde. Landelijke dagbladen (De Telegraaf, de Volkskrant) besteedden aandacht aan ‘kunst in de zorg’. Tentoonstellingen (1986 Van Reekum Museum, Apeldoorn, 1992 Singer Museum, Laren), uitvoeringen, publicaties en symposia over kunst in de gezondheidszorg leidden in de jaren tachtig en negentig tot een positieve beeldvorming van de artistieke uitdrukkingsvaardigheden van verstandelijk gehandicapte mensen.

De pioniers van het eerste uur Timmerman en Vossen vormden een werkgroep om de ateliers grotere bekendheid te geven. Koert Dekker nam in 1991 in Rotterdam het initiatief voor Atelier Herenplaats (vanuit Pameijer),

Timmerman opende in 2000 in Ermelo het zelfstandige atelier en galerie Leonardo da Vinci. Los van de gezondheidszorg, omdat daar bezuinigingen de ateliers in hun voortbestaan bedreigden. Het atelier van Jo Vossen werd later Kunstcentrum ‘Kijkoor’ in Eemnes (Sherpa Zorg). In de eerste tien jaar van deze eeuw werd dit type ateliers het paradepaardje van zorginstellingen. Behalve dat cliënten de kans kregen hun talent te ontwikkelen, leverden de ateliers ook een zinvolle dagbesteding voor anderen op, bijvoorbeeld door te werken in de kunstwinkel. De ateliers/winkels/galeries bevonden zich ook steeds vaker in het centrum van steden, zodat het ‘gewone’ publiek kennis kon nemen van de kunst en kunstnijverheid van deze groep. Met daarnaast uiteraard het doel om een afzetmarkt te creëren. Naast kunstateliers ontstonden theatergroepen voor mensen met een verstandelijke handicap en in mindere mate poëziewerkplaatsen.

Theater Maatwerk, ook een initiatief van Koert Dekker vanuit Pameijer, was de eerste fulltime theaterwerkplaats in Nederland. Deze activiteiten ontstonden in de meeste gevallen vanuit de kunstzinnige activiteiten van zorginstellingen in het kader van dagbesteding. Met de komst van het persoonsgebonden budget (pgb) in 1995 ontwikkelden ook particulieren (vaak beeldend kunstenaars of professionele theatermakers of dansers) een aanbod voor deze cliënten, evenals een handjevol Centra voor de Kunsten.

Na 2010 realiseerde men zich dat het bezig zijn met kunst (niet alleen beeldende kunst, maar ook theater, muziek, dans en poëzie) slechts door een kleine groep mensen met een (verstandelijke) handicap beoefend werd. Weliswaar waren er flink wat ateliers, maar daar werkte slechts een handjevol kunstenaars met een beperking. Kunstbeoefening als onderdeel van culturele ontwikkeling kreeg nauwelijks aandacht. Daarnaast was de drempel om aan kunst in het reguliere circuit te doen hoog, in materiële en immateriële zin. Het kunstcircuit leek het lastig te vinden om deze groep mensen van dienst te zijn en de zorg leek moeite te hebben de cliënten te stimuleren om buiten de deur dit soort activiteiten uit te voeren.

Het onderzoek Kunst Inclusief, dat in 2010 werd afgesloten met een gelijknamige publicatie, had als doel de sector van de amateurkunst te overtuigen van het nut en de zin van kunstbeoefening door deze groep mensen en bood daar ook methodische handvatten voor. Daarnaast werden er adviezen geformuleerd waarmee de (gesubsidieerde) Centra voor de Kunsten meer toegankelijk konden worden voor mensen met een handicap. Dat gaf ook een impuls aan de ateliers, die zich meer serieus genomen voelden en een platform kregen voor uitwisseling van ervaringen.

Met de komst van de Wmo in 2007, de bezuinigingen in de zorg en de onttakeling van de AWBZ is de toekomst van veel ateliers onzeker geworden. Of dit ook betekent dat de doelstellingen van Kunst Inclusief, namelijk deelname aan kunst door alle mensen met een handicap, bij voorkeur in het reguliere circuit, in de ijskast zijn gezet, is vooralsnog onduidelijk.

Publicatiedatum: 01-09-2012

Datum laatste wijziging :06-12-2016 Auteur(s): Koert Dekker, Max Timmerman.

Henk Hergarden. (1918-2014) Oprichter Stichting “Kunst voor Gehandicapten” Later (Very) Special Arts Nederland en Europa. I.s.m. Jean Kennedy, USA.

Gezicht nationaal rondreizende tentoonstelling “Het Gezicht”

Catalogus Het Gezicht 1992

Max Timmerman (samenstelling) (1992), Helma Voskuilen (vormgeving). Catalogus 2 jaar durende Rondreizende tentoonstelling “Het Gezicht”. Uitgave van Very Special Arts Nederland, Doorn en E/S Productions Amsterdam.

TIMMERMAN, MAX, EDWARDS, JOHN A., VERY SPECIAL ARTS NEDERLAND
Het gezicht: nationale rondreizende tentoonstelling, 52 kunstenaars, 152 kunstwerken
Doorn: Very Special Arts, Amsterdam: E/S Productions, cop. 1992. [samenst.: Max Timmerman; vert.: John A. Edwards; fotogr.: Ger van Leeuwen = The face: national travelling exhibition, 52 artists, 152 works of art / [comp. by: Max Timmerman; transl.: John A. Edwards; photogr.: Ger van Leeuwen] Catalogus van een tentoonstelling van schilderijen, plastieken en grafiek van gehandicapten. ill, Uitg. naar aanleiding van de Nationale Rondreizende Tentoonstelling ‘Het gezicht’, november 1992 – december 1994, georganiseerd door Very Special Arts Nederland 112 p, 22 cm. Very Special Arts Nederland. 1992.

Art brut (kunst)

Internationale achtergronden

“De belangstelling voor deze kunst heeft ook een internationale achtergrond die teruggaat naar het begin van de twintigste eeuw. Onder psychiaters ontstond toen belangstelling voor het beeldende werk van psychiatrische mensen. Hans Prinzhorn (1886-1933), Duits psychiater en kunsthistoricus, legde een grote collectie tekeningen, schilderijen en beeldhouwwerk van psychiatrische patiënten aan. In 1922 verscheen zijn eerste invloedrijke overzicht, Bildnerei der Geisteskranken, rijk geïllustreerd met afbeeldingen uit zijn collectie. Daarmee overtuigde hij ook anderen van de kunstzinnige waarde van die kunstwerken. Kunstenaars van het surrealisme vonden inspiratie in de werken van psychiatrische patiënten, waarin zij de angsten, hallucinaties en fixaties uit het onderbewuste herkenden.

Na de Tweede Wereldoorlog ontstond grote belangstelling voor pure kunstuitingen: authentiek, niet door de cultuur gevormd of vervormd. Tekeningen van kinderen werden verzameld en bewonderd, evenals het werk van verstandelijk gehandicapten. Ook kunstenaars van de Cobra-groep in Nederland werden geïnspireerd door het werk van verstandelijk gehandicapten. Na de jaren zestig nam die belangstelling voor hallucinerende en pure kunst toe. Toen raakte de term outsider art in zwang, die in 1972 werd geïntroduceerd door de kunstcriticus Roger Cardinal, hoogleraar Visual Arts aan de Universiteit van Kent. Met deze term duidde hij kunstenaars aan die niet beïnvloed werden door stromingen of stijlen, maar die hun vormen en thema’s kozen op grond van hun eigen fascinatie daarvoor. Er ontstonden musea voor outsider art in Amerika en Europa. Zij verzamelden kunstwerken van psychiatrische mensen en verstandelijk gehandicapten, maar ook werk van autodidacten, die in een naïeve stijl werken (zondagsschilders).

In 1981 richtte de Oostenrijkse psychiater Leo Navratil (1921-2006) in Gugging Das Haus der Künstler op, een atelier en later ook galerie waar kunstenaars met een psychiatrische stoornis hun beeldend talent konden ontwikkelen. Hier werd het kunstenaarschap beschouwd als een beroepsmatige bezigheid. Dat werd uitgedrukt door het feit dat de kunstwerken een economische waarde kregen en verkocht werden.
Jean Kennedy Smith (1928), zuster van president John F. Kennedy, richtte in Amerika in 1974 Very Special Arts (VSA) op als internationale organisatie om de aandacht voor kunst en handicap te bevorderen. VSA Nederland werd in 1984 opgericht en organiseerde jaarlijkse festivals. De rondreizende tentoonstelling ‘Het Gezicht/The Face’ (1992-1994) trok veel belangstelling met als gevolg dat een succesvolle kunstuitleen werd opgezet. Na een fusie werd de nieuwe naam in 2008: Stichting Special Arts Nederland”.

Bron” https://www.canonsociaalwerk.eu/nl_han/details.php?cps=17&canon_id=305

Publications at International Journal of Art & Design Education
The Original Art of Mentally-Handicapped People
Volume 5.1 1986 

TIMMERMAN, MAX
Creativity is a general human quality and is a positive force in the organisation and integration of the personality. Creative expression is very important in gaining self-esteem and self-understanding amongst the mentally handicapped. Drawing upon experiences of working at Sterrenberg, a Dutch publicly funded residential community for mentally handicapped adults,the paper underlines the value of helping facilitate artistic creativity amongst the mentally handicapped. The helper is engaged in guiding and is concerned with facilitating personal growth (Gestaltwerdung). This can occur most effectively when there is mutual respect, empathy and an inspiring ambience. The visual world of the mentally handicapped is described as fascinating, rich, and intensive.

Menagerie in klei                                 

28 juni 2016 Kunsthistoricus Marcel van Ool.

www.boswachtersblog.nl Buitenplaats.

Kunsthistoricus Marcel van Ool.

Kunsthistorici denken in hokjes. Alle periodes en stromingen keurig op een rij en als die afgebakend zijn, de kunstenaars er netjes bij ingevoegd. Tegelijkertijd weet ook elke kunsthistoricus dat op deze manier naar de geschiedenis kijken, een hulpmiddel is. Dat het echt niet zo makkelijk gaat om te zeggen ‘toen hielden de middeleeuwen op en begon de Renaissance’. Daarnaast is er de gewoonte, steeds sterker sinds de negentiende eeuw, om de kunstenaar die wegbrak uit een hokje, te zien als de aanjager van een nieuwe stroming. Het oude hokje past niet meer. Achteraf bekeken lijkt de kunst zich steeds verder bevrijd te hebben van wat voorgeschreven was, steeds meer muurtjes te hebben afgebroken. In het begin van de twintigste eeuw werd ‘kunst van primitieve volkeren’ ontdekt, ontstonden de eerste abstracte werken en zond Marcel Duchamp een gesigneerd pissoir (getiteld ‘Fountain’) in voor een tentoonstelling. Alle grenzen opengebroken? Zo makkelijk was dat niet. Kunstenaars die zich lieten inspireren door werk van geestelijk gestoorden (zoals ze lange tijd genoemd werden) vonden al snel hun weg in de canon van de twintigste eeuw. Waarbij Dubuffet de beroemdste is. 

 Kakatoe.                                                                                                              

Maar de tekeningen en schilderijen waar hij naar keek, bleven onbekend.
In 1972 introduceerde de Britse kunsthistoricus Roger Cardinal de term outsider art, een verzamelbegrip voor al die kunst die buiten de categorieën viel die musea als kunst accepteerden. Zeker wanneer het om kunstenaars met een verstandelijke beperking ging, was dat niet een groep die zichzelf kon emanciperen. In Nederland is Max Timmerman van groot belang geweest op dat gebied: in 1975 begon hij het eerste kunstinitiatief voor mensen met een verstandelijke beperking in de leefgemeenschap Sterrenberg in Huis ter Heide.

Twintig jaar later publiceerde hij het baanbrekende boek Ik ben een artiest, waarin hij poogt kunstenaars met een beperking te de-marginaliseren. Nederland kreeg toen ook zijn eerste museum voor outsider art, de Stadshof in Zwolle (gesloten in 2000). Ondertussen krijgt outsider art alle aandacht: op de Biënnale van Venetië in 2013, vorig jaar in het Gemeentemuseum in Den Haag en dit jaar toen koningin Maxima in de Hermitage in Amsterdam het Outsider Art Museum opende, een samenwerking met Het Dolhuys uit Haarlem en zorginstelling Cordaan.
Kunsthistoricus Rudi Fuchs zei nog ‘dat hij het toch niet echt kunst vindt’, die outsider art. Ik vraag me wel af wat hij dan bekeken heeft, het landschap is namelijk zo rijk en  gevarieerd dat veel werk niet eens zo maar aan te wijzen is als iets van buitenstaanders.

Krokodil

Hoe dat ook zij, ik ben al een paar jaar heel blij met mijn krokodil. Die is gemaakt door Hannes Tromp. Hannes heeft 18p- syndroom, wat in zijn geval betekent dat affectieve contacten er niet zomaar zijn, dat hij gehoorproblemen heeft en dat de spraak ook minder vlot is. Van de andere kant: hij leerde eerder lezen dan praten. Hij tekent al bijna zijn hele leven. En hij ontdekte klei. Daarmee kan hij zijn binnenwereld een uiterlijke vorm geven. Tromp specialiseerde zich in dierstukken. Wanneer hij in de Oostvaardersplassen of op de Veluwe is geweest, maakt hij runderen en herten. Waar hij de inspiratie voor mijn krokodil vandaan heeft, weet ik niet. Laatst had ik een collega-kunsthistoricus op visite, en die zei over de krokodil ‘zo, die is goed’. Dat wist ik al, maar bevestigde iets wat ik al vermoedde. Ook wie opgeleid is met ‘insider art’, valt voor dit dier. Zijn expressie is zo sterk: die loerende blik, de tanden en klauwen scherp uitgewerkt. Tromp maakte ook een weke slak, slimme kaketoes, geile apen, een draak om bang van te worden. De term outsider art staat ter discussie maar heeft wel school gemaakt. Een hokje dat niet past, waar zoveel over gepraat wordt? Dan ben je gewoon onderdeel van de kunstgeschiedenis.

De menagerie van Hannes Tromp zelf zien, kan op afspraak. Neem contact op met Marloes Mennen: 06 54922028

18p-, de Stadshof, Hannes Tromp, Hermitage, Het Dolhuys, ik ben een artiest, krokodil, Max Timmerman, menagerie in klei, outsider art, Outsider Art Museum, Rudi Fuchs, Sterrenberg